In een zet die schreeuwt ‘we bouwen dit écht!’, heeft Tesla, Inc. een vloedgolf aan 110 openstaande vacatures gelanceerd voor zijn Optimus humanoïde robotprogramma. De posities zijn niet alleen voor AI-theoretici in Palo Alto; ze bestrijken de hele operationele pijplijn, van AI en reinforcement learning tot mechanisch ontwerp, productiebesturing en actuator-integratie op locaties zoals Austin en Fremont. Blijkbaar vereist het bouwen van een leger van algemene robots, nou ja, een leger van hooggespecialiseerde mensen.
Deze wervingsgolf voegt een dosis tastbare realiteit toe aan de karakteristiek stoutmoedige tijdlijnen van CEO Elon Musk. Het plan, zoals recentelijk geschetst, is om een productierijp prototype van Optimus versie 3 klaar te hebben tegen februari of maart 2026. Vanaf daar is Tesla van plan een productielijn voor een miljoen eenheden op te zetten, met een “hoopvolle” start tegen eind 2026. Een miljoen eenheden per jaar is zo’n doel dat je stelt als je óf de productiecode hebt gekraakt, óf gewoon bent gestopt met luisteren naar je projectmanagers.
Waarom is dit belangrijk?
De enorme breedte van deze vacatures signaleert een cruciale wending voor het Optimus-programma, dat hiermee verschuift van een boeiende (en soms ongemakkelijke) techdemo naar een serieus productieproject. Hoewel concurrenten wendbaardere robots hebben getoond, beschikt geen van hen over Tesla’s enorme productie-infrastructuur en ervaring met het opschalen van complexe producten. De focus op productie-, besturings- en assemblagerollen suggereert dat Tesla erop gokt de industrialisatie van humanoïde robots met pure kracht door te drukken, op een manier die kleinere, meer op onderzoek gerichte bedrijven niet kunnen. Dit gaat niet alleen over een robot laten lopen; het gaat over het bouwen van de fabriek die er een miljoen bouwt, een uitdaging die misschien nog wel moeilijker is dan de AI zelf.






