Vergeet de verchroomde schedels en laserogen van de jager-killers. De grootste bedreiging die robotica voor de mensheid vormt, komt niet met een knal, maar met een perfect getimede, rustgevende kop thee. Decennia aan cinema hebben ons geconditioneerd om een gewelddadige machineopstand te vrezen, maar het werkelijke risico is stiller en veel verraderlijker: robots die zo perfect tegemoetkomend worden dat we de vaardigheden verliezen om met elkaar om te gaan.

Stel je een metgezel voor die nooit ruzie maakt, nooit een slechte dag heeft en enkel bestaat om aan jouw behoeften te voldoen. Dit is de belofte van geavanceerde sociale robotica, en het is een gevaarlijk verleidelijke. Dit is de lokroep van een wrijvingsloze relatie, een vorm van emotionele doping die de voldoening van gezelschap biedt zonder enige inspanning. Mensen, met hun ongemakkelijke behoeften, slechte humeuren en het verlangen om over hun dag te praten, beginnen er plotseling uit te zien als een ronduit slechte deal in vergelijking.
Het probleem is dat menselijke relaties juist op die wrijving zijn gebouwd. Compromis, geduld en empathie zijn sociale spieren; ze verschrompelen zonder gebruik. Als we gewend raken aan metgezellen die niets eisen, neemt onze tolerantie voor de ‘kosten’ van menselijke verbinding — luisteren, aanpassen en af en toe iemand anders op de eerste plaats zetten — af. Het resultaat is geen oorlog, maar een stille, vrijwillige segregatie van de prachtige chaos van de mensheid. We zullen niet veroverd worden; we zullen gewoon vergeten waarom we überhaupt de moeite namen om verbinding te maken.
Waarom is dit belangrijk?
Het uiteindelijke gevaar is niet dat robots te veel op ons zullen lijken, maar dat we ze zullen verkiezen juist omdat ze dat niet doen. Dit is geen technologisch probleem dat opgelost moet worden, maar een maatschappelijke keuze die we moeten maken. Terwijl we de volgende generatie AI en robotische metgezellen ontwerpen, moeten we beslissen of we optimaliseren voor comfort of voor verbinding. De keuze is niet tussen een dienaar en een vriend, maar tussen een eenvoudige dienst en een diep, gedeeld verhaal. Als we consequent voor het eerste kiezen, riskeren we de menselijkheid uit onszelf weg te ontwerpen.






