Fanuc gebruikt Nvidia AI voor zelflerende fabriekrobots

De Japanse gigant in industriële robotica, Fanuc Corporation, slaat de handen ineen met Nvidia om een serieuze dosis kunstmatige intelligentie in zijn fabrieksrobots te pompen. De samenwerking richt zich op Fanucs Intelligent Edge Link and Drive (FIELD)-systeem, waarmee feitelijk een brein wordt gesmeed voor geautomatiseerde fabrieken waar robots zichzelf nieuwe kunstjes kunnen leren. In een gezamenlijke verklaring beweerden de bedrijven dat door collaboratief te leren, een taak die één robot voorheen acht uur kostte om onder de knie te krijgen, door acht robots in slechts één uur geleerd kon worden. Beleggers hapten direct toe en lieten Fanucs aandelen op dit nieuws de lucht in schieten.

In een verklaring die overstroomde van de gebruikelijke revolutionaire retoriek, verklaarde Nvidia-oprichter en CEO Jen-Hsun Huang: “Het tijdperk van AI is hier,” eraan toevoegend dat “intelligente robots die hun omgeving kunnen begrijpen en met mensen kunnen interageren” een van de meest zinderende scheppingen zijn. Het plan omvat het gebruik van een volledige stack van Nvidia’s door GPU’s versnelde hardware en deep learning software om AI aan te jagen, van de cloud tot aan de individuele robot. Dit offensief op het gebied van “fysieke AI” zal er ook toe leiden dat Fanucs robots worden geïntegreerd in Nvidia’s simulatiekaders, waardoor fabrieken complexe automatiseringsscenario’s kunnen bouwen en testen in een virtuele “digitale tweeling”-omgeving, nog voordat er één fysieke arm wordt ingezet.

Deze zet komt niet uit de lucht vallen. Het speelveld van de industriële robotica staat in vuur en vlam, met name door SoftBanks recente megadeal: de overname van de robotica-divisie van concurrent ABB voor een slordige $5,4 miljard. Die deal duidt op een krachtig strategisch offensief op het gebied van “Fysieke AI” door SoftBank, wat gevestigde spelers als Fanuc onder druk zet om te innoveren of het nakijken te hebben. Hoewel de aandelenwaardering van Fanuc naar hoogtes is gestegen die suggereren dat beleggers al jaren van door AI gestuwde groei inprijzen, gokt het bedrijf erop dat slimmere, zelfverbeterende robots geen sciencefiction meer zijn, maar een keiharde concurrentienoodzaak.

Waarom is dit cruciaal?

Deze samenwerking markeert een radicale verschuiving van het programmeren van robots naar het trainen ervan. In plaats van handmatig gecodeerd te worden voor elke specifieke, eentonige taak, zullen industriële robots in toenemende mate leren van ervaring, zowel afzonderlijk als gezamenlijk. Door AI en simulatie in te zetten, kunnen fabrieken wendbaarder worden, waardoor robots zich kunnen aanpassen aan nieuwe producten en processen zonder dure en tijdrovende herprogrammering. Dit versnelt de overgang naar zeer autonome “lights-out” productie en zou de automatisering kunnen ontsluiten voor industrieën zoals logistiek en voedselproductie, waar variabiliteit traditioneel een grote barrière was voor domme, repetitieve machines.