Na een aanloop van ruwweg een kwarteeuw is het Blue Origin van Jeff Bezos eindelijk gelukt. Het bedrijf lanceerde op 13 november 2025 succesvol zijn gigantische New Glenn-raket en landde de eerste trap-booster op een droneship in de Atlantische Oceaan. Met deze prestatie is Blue Origin pas het tweede bedrijf in de geschiedenis dat een raketbooster van orbitale klasse verticaal weet te landen, een exclusief clubje dat SpaceX al in december 2015 oprichtte. De landing volgt op een eerdere poging tijdens de maidenvlucht van New Glenn in januari 2025, waarbij de booster verloren ging tijdens de afdaling.
De historische landing ging niet onopgemerkt voorbij bij de concurrentie. Aartsrivaal Elon Musk bood op X, het platform dat hij – o toeval! – in bezit heeft, een kort maar krachtig “Congratulations” aan. Dit is een wereld van verschil met voorgaande jaren, toen Musk Bezos beroemd een “copycat” noemde vanwege zijn ruimtevaartambities. Zowel de bijna 100 meter hoge raket als het landingsplatform, de Jacklyn, vertrouwen zwaar op autonome systemen om het ballet van hoogspanning in de lucht uit te voeren: een lading naar een baan om de aarde sturen en het duurste onderdeel terugbrengen voor hergebruik.
Waarom is dit zo’n big deal?
Dit is meer dan zomaar een overwinning voor het ruimtevaartbedrijf van één miljardair; het is een cruciale bevestiging voor de hele commerciële ruimtevaartindustrie. Het succes van Blue Origin luidt officieel het einde in van het monopolie van SpaceX op herbruikbare zware draagraketten, en introduceert echte concurrentie die onvermijdelijk de kosten zal drukken en innovatie zal versnellen. Met de eerste trap van New Glenn die is ontworpen voor maximaal 25 hergebruiken, ligt het tijdperk van wegwerp-raketten officieel op sterven na dood. Voor klanten als NASA en commerciële satellietoperatoren betekent dit meer keuze, betere prijzen en een veerkrachtigere pijplijn naar de ruimte. De ruimtevaartrace van de miljardairs, zo lijkt het, is eindelijk een échte race.
